De centrale esthetische visie alsook filosofische achtergrond van de galerie kan in haar kern misschien best als volgt omschreven worden:
de keuze van de kunstenaars in het algemeen, en het oeuvre van de exposerende kunstenaars welke in de galerie zullen tentoonstellen in het bijzonder, zullen in de eerste plaats (zonder woorden, exces of narratief verhaal) voor zich spreken. Globaal genomen zijn het dan de esthetische abstracte vormen, kleuren, licht en materie van het kunstwerk welke de toeschouwer op zich genomen kunnen raken. De esthetische eigenschappen van het creatief kunstobject, veroorzaakt spanning, interesse, intenties van beweging van de toeschouwer naar het verfijnd kunstwerk van de kunstenaar. Dit is terug te vinden in het leitmotiv van de galerie, met name de verwondering van het worden. De galerie ziet volkomen geen breuklijn tussen hetgeen zich in een zogenaamd lange traditie van de schone kunsten afspeelt en de ingeslagen wegen van haar kunstenaars in een (post)modernere vertaling. Veel van haar kunstenaars hebben bovendien een rijke klassieke vorming, erudiet, delen ruime belangstelling voor andere disciplines als muziek, dichtkunst, geschiedenis, letteren, kosmologie, wetenschappen… De abstracte kunstvormen zijn dan ook weerspiegelingen van doorgaans een verdere evolutie in de ontwikkelingen van de kunstenaar.
Het ordenen, omschrijven in de taal van de kunstenaar zelf biedt uiteraard een meerwaarde, maar het belangrijkste van het kunstobject is in wezen onzegbaar en onuitsprekelijk. De conceptuele denkkaders van de tentoongestelde kunstenaars zijn voornamelijk een gerichtheid op een continue ononderbroken (onafgewerkt) onderzoeken langs verschillende wegen van esthetische mogelijkheden.
In het eerste programmajaar kan deze visie reeds suggestief herkend worden door de verrassende wijze waarbij een kunstenares als Clotilde Ancarani (de kunstenares welke de opening van de kunstgalerij verzorgt) haar observaties van de leefwereld deelt in haar schilderijen, ‘Clotide Ancarani, elle se peint’ zei een commentator; alsook bij het afsluiten van het eerste expositiejaar de kunst van Michael Burges welke aan de hand van kleur -als gekozen onderwerp- onze esthetische ervaringsmogelijkheden op een meer experimenteel niveau onderzoekt, Burges als ‘Science of painting’.
Het ordenen, omschrijven in de taal van de kunstenaar zelf biedt uiteraard een meerwaarde, maar het belangrijkste van het kunstobject is in wezen onzegbaar en onuitsprekelijk. De conceptuele denkkaders van de tentoongestelde kunstenaars zijn voornamelijk een gerichtheid op een continue ononderbroken (onafgewerkt) onderzoeken langs verschillende wegen van esthetische mogelijkheden.
In het eerste programmajaar kan deze visie reeds suggestief herkend worden door de verrassende wijze waarbij een kunstenares als Clotilde Ancarani (de kunstenares welke de opening van de kunstgalerij verzorgt) haar observaties van de leefwereld deelt in haar schilderijen, ‘Clotide Ancarani, elle se peint’ zei een commentator; alsook bij het afsluiten van het eerste expositiejaar de kunst van Michael Burges welke aan de hand van kleur -als gekozen onderwerp- onze esthetische ervaringsmogelijkheden op een meer experimenteel niveau onderzoekt, Burges als ‘Science of painting’.