Niemand zal beweren dat er geen belangstelling is voor lezen in Vlaanderen. Festivals als Zuiderzinnen en Het Groot Beschrijf lokken duizenden mensen. Saint-Amour en Geletterde Mensen lezen jaar na jaar voor volle zalen. In Vlaanderen zijn maar liefst tweeënzeventig literaire verenigingen actief. De jeugd spant de kroon: tienduizend kinderen en jongeren lezen jaarlijks mee met de Kinder- en Jeugdjury's in heel Vlaanderen. Een aantal Vlamingen besteedt blijkbaar een flink deel van zijn tijd aan het geschreven woord in al zijn vormen. Het zijn de lezers van de eerste rang. De gepassioneerden van de letteren. Het is, tot ons verdriet, niet de meerderheid van de bevolking.
Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt immers dat 60% van alle Belgen in het voorbije jaar geen enkel boek heeft gelezen. Slechts één Vlaming op vier is lid van een openbare bibliotheek. Eén derde van de lidmaatschapskaarten zijn voor de jeugdbibliotheek. En de oplagecijfers van kranten bieden ook al geen vrolijk beeld. Ander onderzoek wijst dan weer uit dat de gemiddelde Vlaming drie uur per dag televisie kijkt. Dat er geen tijd om te lezen zou zijn, is dus geen geloofwaardig excuus. Er is wel tijd voor andere dingen.
Met die wetenschap voor ogen en in de overtuiging dat het belangrijk is dat mensen lezen, vatte Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux eind 2000 het plan op om in het spoor van de Nederlandse buren een Stichting Lezen op te richten. In oktober 2001 installeerde de minister een raad van bestuur met experten uit de media, het onderwijs, de academische wereld, de bibliotheeksector en het boekenvak. Sinds de zomer van 2002 is Stichting Lezen actief.
De vereniging is ondertussen uitgegroeid tot nationaal en internationaal aanspreekpunt inzake leesbevordering, ze is een expertisecentrum, stuurt onderzoek aan en coördineert tal van leesbevorderingsprojecten. Stichting Lezen is vandaag 10 mensen sterk.
In 2006 zette Stichting Lezen een nieuwe stap toen het Vlaams Fonds voor de Letteren de opdracht van NCJ/Villa Kakelbont met bijbehorende middelen onderbracht bij de vereniging.
Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt immers dat 60% van alle Belgen in het voorbije jaar geen enkel boek heeft gelezen. Slechts één Vlaming op vier is lid van een openbare bibliotheek. Eén derde van de lidmaatschapskaarten zijn voor de jeugdbibliotheek. En de oplagecijfers van kranten bieden ook al geen vrolijk beeld. Ander onderzoek wijst dan weer uit dat de gemiddelde Vlaming drie uur per dag televisie kijkt. Dat er geen tijd om te lezen zou zijn, is dus geen geloofwaardig excuus. Er is wel tijd voor andere dingen.
Met die wetenschap voor ogen en in de overtuiging dat het belangrijk is dat mensen lezen, vatte Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux eind 2000 het plan op om in het spoor van de Nederlandse buren een Stichting Lezen op te richten. In oktober 2001 installeerde de minister een raad van bestuur met experten uit de media, het onderwijs, de academische wereld, de bibliotheeksector en het boekenvak. Sinds de zomer van 2002 is Stichting Lezen actief.
De vereniging is ondertussen uitgegroeid tot nationaal en internationaal aanspreekpunt inzake leesbevordering, ze is een expertisecentrum, stuurt onderzoek aan en coördineert tal van leesbevorderingsprojecten. Stichting Lezen is vandaag 10 mensen sterk.
In 2006 zette Stichting Lezen een nieuwe stap toen het Vlaams Fonds voor de Letteren de opdracht van NCJ/Villa Kakelbont met bijbehorende middelen onderbracht bij de vereniging.